Vrijheid vs. relatie: (n)ooit samenwonen?

‘Maar jullie wonen dus niet samen?’ vroeg ze. ‘Nou, nee,’ zei ik. ‘Ik heb dit huis alleen gekocht.’ Vol trots had ik haar een rondleiding geven door mijn verbouwde stadshuisje. En om eerlijk te zijn was ik ook best trots op het feit dat ik het allemaal alleen gedaan heb – nou ja, met wat (lees: veel) hulp van een aannemer, een vader met een goedgevulde gereedschapskist en klusjesmannen. De vriendin keek de kamer rond. ‘Heb je daar geen spijt van?’

Het antwoord, once and for all, is: nee, daar heb ik geen spijt van. Na een lange relatie (inclusief samenwonen) had ik behoefte aan mijn eigen plek. Een plek waar ’s avonds als ik thuiskom alles precies ligt zoals ik het ’s ochtends heb achtergelaten. Een plek waar ik de was pas hoef te doen als ik daar zin in heb en waar ik niemand om toestemming hoef te vragen om de kleur op de muur te veranderen. Een plek zonder herinneringen aan samen.

Daarom kocht ik een eigen huis ondanks dat ik al een tijdje met mijn huidige vriend aan het daten was. Ik luisterde naar mijn gevoel, naar mijn behoefte aan autonomie en mijn wens om te ervaren dat je sommige dingen in het leven ook best alleen kunt. Samenwonen kan altijd nog en dan liefst vanuit de oprechte wens van ons beiden om onze levens meer met elkaar te verweven. En niet omdat het financieel verstandiger of sociaal wenselijk is.

Mijn verlangen om (voorlopig) alleen te wonen komt dus niet voort uit een afwijzende houding naar mijn vriend of onze relatie, maar uit een diep verlangen om autonoom te zijn. Het is geen keuze tegen een ander, maar een keuze voor mezelf.

Toch zette het me wel aan het denken. Zodra je met iemand een relatie aangaat, is het onvermijdelijk dat je een deel van je vrijheid en autonomie inruilt voor de veilige, vertrouwde kaders van een relatie. Althans, als we er even vanuit gaan dat je voor een monogame relatie kiest – en volgens mij doen de meeste millennials dat nog steeds. Tegelijkertijd wil je niet volledig opgaan in de ander. Naast een samen ben je nog altijd een individu, een mens met eigen verlangens, hobby’s, dromen, voorkeuren en alles wat ons mens en anders maakt. Hoe bewaak je de balans daartussen?

Want eerlijk is eerlijk: dat ik het nu fijn vind om mijn eigen plek te hebben en de was uit te stellen (don’t judge) betekent niet dat ik dat altijd zo wil houden.

Een zoekopdracht via Google ‘how to be autonomous in a relationship’ levert antwoorden op. Antwoorden die bekend zijn. Blijf afspreken met je eigen vrienden en familie. Onderneem af en toe iets in je eentje. Verwaarloos je hobby’s niet omdat je partner toevallig minder met pottenbakken heeft en liever tropische vissen houdt. Neem soms beslissingen waarbij je alleen rekening houdt met jezelf en niet eerst bedenkt wat de ander ervan vindt. Zoals een spontaan besluit om je haar kort te knippen of een cursus Portugees op te pakken.

Allemaal waar, en toch voelt het alsof er iets mist. Het zijn vaak keuzes voor het een of het ander: of je onderneemt samen iets, of los van elkaar. Of je neemt een beslissing samen, of je neemt ‘m alleen. Dan blijf je dus balanceren tussen afhankelijkheid en onafhankelijkheid. Twee uitersten die elkaar dan niet raken, alleen langs elkaar heen bewegen.

Managementgoeroe Stephen Covey voegt er een derde mogelijkheid aan toe: interdependence.

“Dependent people need others to get what they want. Independent people can get what they want through their own effort. Interdependent people combine their own efforts with the efforts of others to achieve their greatest success.”

– Stephen Covey

In zijn beroemde managementboek The Seven Habits of Highly Effective People richt Covey zich vooral op werkrelaties, maar je kunt dit principe ook toepassen op je persoonlijke relaties. En er zijn drie gewoontes die daarbij kunnen helpen:

  1. Zoek naar het wederzijdse voordeel
  2. Doe moeite om de ander te begrijpen
  3. Zoek een derde manier die voor allebei werkt (1+1=3)

In plaats van je eigen plan trekken of volledig te doen wat de ander wil, is er vast een situatie waarin jullie je allebei kunnen vinden. Geen compromis waarbij je allebei net niet krijgt waar je behoefte aan hebt of een uitruil waarbij de een deze keer z’n zin krijgt en de volgende keer de ander. Nee, een situatie waarin de behoeftes van ons allebei een plek krijgen.

In plaats van hem mee te slepen naar een pottenbakcursus, ga jij lekker kleien en wint hij bij de speciaalzaak advies in over een nieuwe vis voor z’n aquarium. Plannen jullie ’s avonds een datenight om met elkaar te delen hoe het was. Win-win.

En dan de tweede: seek first to understand, then to be understood.

Toen ik aangaf dat ik (nog) niet wil samenwonen, had mijn vriend daar zijn eigen mening over. Het helpt dan niet als ik vijftien argumenten op tafel gooi en pogingen doe om hem mijn perspectief te laten zien. Het helpt wel als ik aan hem vraag hoe het voor hem is om dat te horen. Wat hij daarbij voelt. Wat hij denkt. Het helpt als ik hem aanhoor, mijn best doe om hem te begrijpen. En dan pas, rekening houdend met zijn perspectief, laat zien wat mijn beweegredenen zijn. Dan kunnen we het nog steeds oneens zijn, maar begrijpen we wel waarom de ander er zo in staat.

En tot slot, zoeken naar een derde weg. Samen kun je soms tot iets komen wat je in je eentje niet kunt. Het geheel is groter dan de som der delen. Denk niet vanuit het gezichtspunt van jezelf of de ander, maar voeg het samen en kijk wat er ontstaat. Een behoefte aan avontuur van mijn kant en de behoefte aan verbinding van zijn kant zorgde er bij ons bijvoorbeeld voor dat we nu plannen maken om samen een avontuur aan te gaan. Een (reis)avontuur dat te groot is voor mij alleen, maar wat ik met hem wel aandurf.

‘Depending on others is part of our genetic makeup,’ schrijven A. Levine and R. Heller in hun boek Attached over hechting en relatiedynamieken. We staan niet op onszelf, we zijn in bepaalde mate afhankelijk van anderen. De hang naar volledige onafhankelijkheid is dan ook niet realistisch of nastrevenswaardig.

De behoefte aan autonomie en het hebben van een relatie zijn geen tegenpolen. Ze kunnen samengaan. Net zoals je een fijne relatie kunt hebben zonder samen te wonen. Zoals Covey het zegt: ‘emphasizing ‘we’ instead of ’I’ without sacrificing ‘me’.

Interdependence. Vanuit die gedachte durf ik ooit vast weer een plek te delen. Al hoop ik wel dat opmerkingen over de volle wasmand dan achterwege blijven.

0
0
Zou graag je gedachten willen weten, laat een reactie achter.x