Een vriendschap uitmaken, that’s a first

Een dag voor Valentijnsdag maakte ik het uit met een goede vriendin. De timing had beter gekund. Een vriendschap ontstaat niet zomaar – dat kost tijd, vraagt om toewijding, dronken karaokeavonden en een deur die openstaat als de ander je nodig heeft. Of in ons geval: een studievak op de vroege vrijdagochtend waarbij de een – zij – zo uit haar nachtwerk als barvrouw het college in rolde en de ander – ik – steevast met verse koffies naast haar plaatsnam.

Al snel praatten we over meer dan alleen het vak – wat we beiden onzinnig vonden – en spraken we ook buiten colleges af. We bleken fan te zijn van dezelfde artiest, vroegen elkaar om de paar maanden mee naar optredens, en aten een paar keer per jaar bij hetzelfde restaurant. Onze lievelings: Aziatisch streetfood. Ik huilde bij haar uit toen een relatie eindigde, verbrak voor haar mijn Dry January toen een dierbare van haar overleed. We deelden het als we zorgen hadden over de gezondheid van familieleden of twijfelden aan ons seksleven.

Als ik het zo opschrijf, klinkt het behoorlijk als een ideale vriendschap. Ruimte voor het kleine, voor het grote en alles daar tussenin. Toch zijn we inmiddels geen vriendinnen meer en hebben we elkaar al maanden niet gesproken.

En waar een vriendschap niet zomaar ontstaat, eindigt het ook niet plotseling. Onze vriendschap bleek te floreren zolang we vasthielden aan routines – hetzelfde restaurant, dezelfde concerten, dezelfde frequentie van elkaar zien – maar was niet bestand tegen de ruwheid van wat daarbuiten plaatsvond.

‘Zou het niet leuk zijn eens een weekend weg te gaan samen?’ bleek de zin die ons einde zou inluiden.

We bleken niet samen te kunnen lachen om het appartement waar we alleen koud konden douchen en waar de kamer was ingericht als een goedkope pornoset. In restaurants die we niet kenden bleek zij zich aan mijn eetgedrag te storen en overdag liepen we besluiteloos door een onbekende stad, omdat het ons niet lukte een invulling te vinden waar we allebei enthousiast van werden. Er waren irritaties. Beledigingen. Er waren stiltes. En er waren vooral veel woorden die werden ingeslikt.

Woorden die we niet durfden uit te spreken, bang voor wat ze bij de ander teweeg zouden brengen. Bang om de voorzichtig ontstane scheurtjes verder te scheuren tot een onherstelbaar gat.

Toen ze me na het weekend afzette na een lange, stille autorit en ik mijn huis binnenstapte, zakte ik neer op de bank. Daar huilde ik ongecontroleerd om een vriendschap die een omhulsel bleek te zijn, als een veelbelovende jurk die prachtig op de paspop in de etalage staat maar om je lichaam fladdert als je hem eenmaal aantrekt.

Net zoals je niet meteen afstand doet van een jurk die een keer niet lijkt te passen, besloot ik eerst te polsen hoe zij het weekend had ervaren. Aan te geven dat het mij niet helemaal lekker zat. De jurk bleek ook bij een tweede keer passen niet goed te zitten. We begrepen elkaar niet, raakten verstrikt in een WhatsApp-gesprek dat voor geen van beiden bevredigend was.

Ik vroeg een andere vriendin om advies. ‘Doodbloeden,’ adviseerde ze. ‘Echt, dat is het beste.’ En dus liet ik het rusten. Later, dacht ik, later zou ik nog wel kijken wat ik ermee wilde. Of er nog iets te herstellen viel.

Later bleek eerder te komen dan verwacht. Op mijn verjaardag ontving ik een bekoelde felicitatie.

Een paar dagen later: ‘Zullen we nog eens afspreken?’

Ik antwoordde eerlijk dat ik haar vraag me verraste, dat ik niet precies wist hoe ik onze vriendschap zag. En of de behoefte er nog was om af te spreken. Wat volgde was een verwijtend en defensief gesprek, een gesprek wat we beter face-to-face hadden kunnen voeren (note to self: ja, dit hadden we absoluut beter face-to-face kunnen doen, zelfs als je een confrontatiemijdende millennial bent die ingewikkelde gesprekken liever uit de weg gaat). Een gesprek dat eindigde met mijn famous last words: ‘Dan laten we het hierbij.’

Dat doet nog steeds een beetje pijn. Ook nu ik het hier opschrijf en de gebeurtenissen terughaal.

Als iets gelukkig maakt, is het vriendschap (denk ik).
Als iets ingewikkeld is, is het vriendschap (weet ik).

Een volgende keer wil ik uitzoeken hoe dat toch komt en waarom ik en de mensen die ik ken hier toch zo mee worstelen.

0
0
Zou graag je gedachten willen weten, laat een reactie achter.x