Ik ben een deeltijdprinsesje. Nou en?

deeltijdprinsesje

Ik ben nog geen dertig en ik werk parttime. Sterker nog, ik werk al vanaf mijn 26e niet meer dan achtentwintig uur per week. Ik heb geen kinderen, ik woon niet samen, ik ben geen mantelzorger, ik ben niet ziek en ik doe geen studie naast mijn werk.

Goed, ik heb een kat die het fijn vindt als ik wat vaker thuis ben, maar dat is het dan ook.

Ik zou, kortom, heel goed fulltime kunnen werken en daarmee meer bijdragen aan de Nederlandse economie. En een poot hebben om op te staan als ik me zou willen mengen in het debat over deeltijdprinsesjes en de parttimecultuur. Toch kies ik daar niet voor. Ik heb er juist bewust voor gekozen om minder te werken dan maatschappelijk acceptabel is. En velen met mij. Volgens cijfers van het CBS uit 2022 werkt het merendeel van de vrouwen parttime (70%) en bijna eenderde van de mannen (28%). Non-binaire personen zijn hier niet in meegenomen.

Sommigen – Sander Schimmelpennick – noemen dat verwend. Omdat je als deeltijdprinses te weinig bijdraagt aan de economie. Omdat je voor problemen zorgt, de ongelijkheid tussen vrouwen en mannen in stand houdt, niet op een toppositie in het bedrijfsleven terechtkomt en bijdraagt aan de tekorten in onmisbare sectoren als de zorg en het onderwijs.

En toegegeven, daar is iets voor te zeggen. Ik vind dat je je absoluut moet verhouden tot de rest van de samenleving – als we onze keuzes baseren op individuele voorkeuren en daarbij dus vooral rekening houden met onszelf, komt er van die betere samenleving ook weinig terecht. We zijn onderdeel van een collectief, daar hebben we voordeel van en het is dan ook logisch dat je daar een bijdrage aan levert. Maar dat hoeft, in mijn ogen, niet ten koste te gaan van jezelf. Niet altijd.

Voor zover we weten heb je één leven en het is helemaal aan jou hoe je dat leven invult. Je houdt rekening met anderen, maar je hoeft hen niet te laten bepalen hoe jij je leven invult. Wat je belangrijk vindt. Waar je je tijd aan wil besteden. Hoeveel uur werken in de week voor jou haalbaar en passend is.

Voor mij vloeide de keuze om deeltijd te gaan werken voort uit een reeks inzichten na een zware burn-out. Eerst omdat ik mezelf, nadat ik weer aan het werk kon, rustig wilde laten wennen aan het werkritme. Daarna omdat ik het automatisme van kiezen voor een voltijdbaan begon te bevragen: hoeveel waarde hecht ik aan werk en past een 40-urige werkweek eigenlijk wel bij wat ik belangrijk vind in mijn leven?

Het antwoord? Nee. Op dit moment niet (en gelukkig kan ik me dat financieel ook veroorloven, dat is een belangrijke nuance).

Op een bedrijfsborrel sprak ik een vrouw die in het managementteam van het bedrijf zat, drie kinderen had en meer dan fulltime werkte. Nu is werk niet per se mijn favoriete gespreksonderwerp, dus vroeg ik of ze naast haar werk andere dingen had die ze graag deed. Sport. Een hobby. ‘Dat heb ik niet nodig,’ zei ze. ‘Mijn werk is mijn hobby.’

Dat begreep ik niet. En zij begreep niet dat ik liever wat meer tijd heb voor vrijwilligerswerk, creatieve projecten (die niet per se ergens toe hoeven te leiden) en gewoon, af en toe even niets. En dat is oké, we hebben de vrijheid om daarin een andere keuze te maken en een andere waarde aan werk en vrije tijd te hechten.

Het probleem in de deeltijddiscussie is niet dat we verschillend denken over de ruimte die werk zou moeten innemen in ons leven en elkaar daarin niet goed weten te vinden. Het probleem is dat we ons vaak aangevallen voelen en daardoor de behoefte voelen om in de verdediging te schieten, argumenten erbij te halen en de ander er met een zweetdruppel op de bovenlip van proberen te overtuigen dat het gelijk in dezen toch echt aan onze kant staat.

Een goed voorbeeld is de NRC-column die ik las van columnist Japke-d. Bouma. Ze schrijft geestige, scherpe columns over het kantoorleven. Voor je het weet zit je gniffelend achter je scherm omdat je een van je collega’s in een geschetst personage herkent en moet lachen om de kantoorkneuterigheid. Funny ‘cause it’s true.

Deze keer schreef ze in haar column dat het prima is als vrouwen deeltijd willen werken, maar dat er dan 13 dingen zijn die ze nooit meer van hen wil horen. Een voorbeeld:

Ik heb geen zin om een burn-out te krijgen.” Hahaha, joh. En je man en mij gun je wel een burn-out? Lekker dan.

Japke-d Bouma

Of deze:

”Ik wil er zijn voor de kinderen.” Alsof ik geen goede moeder ben omdat ik fulltime werk. Hou eens op.

Nu zal Japke-d. haar reacties op deze deeltijdargumenten ongetwijfeld wat hebben aangedikt, maar de ondertoon is duidelijk: denk vooral niet dat jouw keuze beter is dan de mijne of dat je door jouw keuze een beter mens bent.

Wat ons wel tot betere mensen zou maken? Ons wat minder snel aangevallen voelen, onszelf er af en toe aan herinneren dat we allemaal anders zijn, zelfs als we massaal in rijtjeshuizen wonen, hetzelfde merk hagelslag kopen en dezelfde vakantie naar Griekenland boeken. We zijn anders. We denken anders. En daarom richten we ons leven anders in. Werkt de een meer dan fulltime en is de ander helemaal tevreden met een baan van drie dagen in de week.

Dat is allebei oké.

Zolang het keuze is die je bewust hebt gemaakt en waarvan je denkt dat het op dit moment bij je past; you do you.

Zo. En nu ga ik verder met genieten van mijn vrije dag, want er is meer in het leven dan werk. Vind ik althans.

0
0
Zou graag je gedachten willen weten, laat een reactie achter.x